G.

 

 

 

Ga je

Gòdde

Gaaf

Geef, Gef

Gaan

Téien, Goon

Gaar

Gaór

Gaas

Gaós

Gaat ‘t

Gigget, Gùgget

Gading

Gaojing

Gaffelvormig

Mik

Gang

Gank

Gans Gááns

Garde

Timper

Garen

Gaòren, Garre, Sjet, Twer

Garenopwinder

Garrewijnder

Garf

Schoof

Garven aangeven

Hoken

Gast

Gáást

Gat

Gat, Schaort

Gat in de staldeur

Kiepegat

Gauw

Gaauw

Gauw boos

Kittig

Gauwer

Gawwer

Geaardheid

Aort

Gebaar

Gebaor

Gebed

Doodbidden

Gebieden

Verordeneren

Gebied met biezen

Biesthoek.

Gebint op zolder Wörm

Geboorte

Gebòrte

Geboren

Gebòrren

Gebouw van de boerenbond

Pakhuis

Gebreide muts

Kapmuts

Gecastreerde hengst

Ruin

Gecastreerd varken

Bùrgt

Gedaante

Gedaonte

Gedeelte

Gedèlte

Gedorst graan zuiveren

Wannen

Gedragen

Oppáássen

Gedrukt lied

Ról

Geel

Gèl

Geen

Gèn, Gin

Geen een

Ginnen innen

Geertruda

Trui

Geest

Gèst, Gist

Geestelijk

Gistelijk

Geestelijkheid

Gistelijkheid

Geeuwen

Gapen

Geeuwhonger

Geehonger

Geheim afspreken

Bekoenkelen

Gehemelte

Raak

Geit

Guit, Mieneke, Sik

Gek

Dèl, Schouw

Gekleurde kousen

Sjanskousen

Gelaat

Wezen

Gelag

Gelog

Geld bijeenleggen

Lappen

Geleerd

Geliérd

Gelijk

Likkus

Gelijken

Staolen

Geloof

Gelóóf

Geloven

Geleuven

Geluid dat een koe maakt

Gungzen, Rallen

Gelukken

Lukken

Gemakkelijk

Allicht, Gemekkelijk, Hèndig, Mèkkelijk

Gemeenschappelijke akkers

Gróótveld

Gemeenschappelijke grond

Muntgrond

Gemeente

Gemènte

Gemeentehuis

Gemèntehuis, Raodhuis

Gemoed

Moét

Gemopper

Kijves

Genoeg

Buj, Genog, Zat

Genoegen

Genugen

Gepikeerd

Geràkt

Geprikkeld

Nuutelijk

Geraamte

Geràmte

Geraas

Geroos

Geraden

Geroojen

Gerardus

Gert, Graarus, Grad, Graorus

Gereed

Kloor

Gereed maken

Páántkerremaken

Gereedschap

Geridschap, Grei

Gerooide plek

Bráánd

Gerst

Garst

Geschild eikenhout

Talhout

Geslachtsorgaan van varken

Pizzerik

Gesp

Gaspel, Geps

Gestremde melk

Vrongel

Getreuzel

Gezoetel

Getroffen

Geschoten

Geur

Ruik

Gevaar

Gevoor

Gevaarlijk

Gevorlijk

Gevangenis

Bak, Petoet, Spinhuis

Gevecht Gevèècht

Gevoel

Gevuul

Gevoelig

Gevulig, Sleùws, Vatbàr

Gewaad

Gewood

Gewaar

Gewaor

Geweten

Gewééten

Gewoonlijk

Gewònlijk

Gewoonte

Aonwensel, Gewònte

Gewricht

Gevricht

Gezanik

Gesèmmel

Gezicht

Bakkes, Moel, Snuut

Gezichten trekken

Brillen

Gezin

Huishaauwe

Gezond

Kloek, Nuver

Giechelaar

Giebel

Giechelen

Giebelen, Schiertsen

Giechelend meisje

Giebelkont

Gier

Zoei

Gieremmer

Zoeischùpper

Gieren

Zoeien, Voor en achter niet even breed, van een stuk land.

Gierigaard

Gierigerd, Pin, Prèngel, Schraap, Zeiktès

Gierpomp

Kattekop

Gierput

Zoeiput

Gierton

Zoeiton

Gijsbertina

Bèrtha

Gijsbertus

Bèrtus, Bijs, Gijs

Gilde

Gild, Guld

Gillen

Schriéken

Ginds

Ginderwijd, Gins

Glaasje

Kappertje bier

Glad

Geef, Glattig, Záácht

Gladheid

Glattigheid

Glibberig

Sladderig

Glijden

Glijen, Slibberen

Gloeien

Glöjen

Gluren

Bliéken

Gluurder

Bliékerd

Godefridus

Goert

Goed

Bij, Goei

Goedemorgen

Gemèèrrege

Goedenavond

Noovunt

Goedgeefs

Scheuterig

Goedig

Goeiig

Goedkoop

Goeiekóóp

Goed van hart

Goeilijk

Goedzak

Laobes

Golving in zeis

Koekoek

Gonzen

Tissen

Gooien

Flikkeren, Gòjen

Goot

Geut, Groep

Gootsteen

Gùtsteen

Gordijnroe

Roei

Gorgel

Golger, Gùrgel

Graad

Gróót

Graaf

Groof

Graag

Geer

Graan Graon

Grabbelen

Gribbelen

Graf

Graft

Grafzerk

Zèèrk

Grappenmakerij

Kulderij

Gras

Groés

Grasbegroeid land

Groesplak

Graspollen

Schijtbossen

Gras, snelgroeiend Gelp

Grasvelden

Eùwsel

Graszode

Rós

Gratis iets krijgen Schoefel

Grave

De Graaf

Grendel

Schaaf

Grens

Geschéid, Meet

Grensloop

Scheiwal

Grenssteen

Schéistéén

Grensweg

Scheiweg

Gretig

Greeg, Grùppig

Gretig iemand

Grùp

Griffel

Griffie

Groef

Voor

Groeien

Grùjen, Wáássen

Groen

Gruun

Groenachtig

Gruunsig

Groene specht

Merts veulen

Groene vruchten eten

Groézen

Groenknol

Gruun, Pisknùlleke

Groenling

Gruunsel

Groenten

Gruuntes

Groep

Klocht

Grond langs een waterloop

Stadrijt, Stadrijk

Groot

Gróót

Groot leven

Boenhej, Lawijt, Leven

Grootmoeder

Gròtmoeder, Grùtje, Grùtmoeder, Utje

Grootvader

Gròtvadder, Grùtvadder, Uttevan, Utvaai

Grote bijl

Aks

Grote boerderij

Hoeve

Grote drukte

Begènkenis, Gedoe, Spannen

Grote hamer

Tuierhammer

Grote mand

Kelmáánd

Groter

Gròtter

Gulp

Gùlp

Gum

Stuf

Gummi hakken

Rullekus

        terug